Gorka heeft zijn leven veranderd, maar hij kan niet voorkomen dat zijn verleden hem blijft achtervolgen. Hij probeert al een tijdje de ondervragingen te vermijden waaraan zijn jonge zoon, Aitor, hem onderwerpt, die wil weten wat zijn vader voor de kost heeft gedaan. Gorka wil echter niet onthullen dat hij lid was van de politiek-militaire ETA totdat deze begin jaren tachtig werd ontbonden en zich uiteindelijk bij de Midden-Amerikaanse guerrillastrijders voegde. Een essentiële ervaring die hij deelt met Maddalen, een toegewijde christelijke verpleegster; met José, een inheemse guerrilla, en met Andrés, een ex-militair die de opstand leidt, een ervaring die hen allemaal zal transformeren.
