Freek de Jonge noemt De laatste lach nadrukkelijk geen cabaret, maar theater. Maar ook in deze arena valt er, zoals in de titel ligt besloten, genoeg te lachen. In De laatste lach richt Freek de Jonge zich tot een man in coma, Het Hogere en de man in de zaal. Hij gebruikt de techniek van een conferencier om de zaal aan te spreken.