De film, gemaakt in ballingschap van 1971 tot 1973 tussen Cuba en Rome, wordt door Glauber Rocha beschouwd als een 'halfvoltooid' werk. Het heeft een zeker pedagogisch karakter en probeert, door middel van dialectische redactie, een kritische blik te werpen op de kolonisatie, de klassenstrijd, het messianisme en de vestiging van populistische regeringen in de Derde Wereld. Er zit een chronologie in de gepresenteerde gebeurtenissen, die, ondersteund door uitgebreide iconografie (films, gravures, foto's, enz.), 'vrije' associaties creëren die de kijker een 'polyfone' kijk op de 'Geschiedenis van Brazilië' bieden.